50°-Test
De 50°C-test: Hoe werkt het en waarom is het belangrijk?
De 50°C-test is een eenvoudige manier om te controleren of jouw verwarmingssysteem efficiënt kan werken bij een aanvoertemperatuur van 50°C. De aanvoertemperatuur is de temperatuur van het water dat vanuit de ketel of warmtepomp naar de radiatoren of vloerverwarming wordt gestuurd. Traditionele systemen werken vaak met hoge temperaturen (70-90°C). Terwijl energiezuinige systemen, zoals warmtepompen, ontworpen zijn voor lagere temperaturen. Als je woning tijdens de test comfortabel warm blijft, is je systeem geschikt voor lage aanvoertemperaturen, wat efficiënter en duurzamer is.
Welke ketels zijn geschikt?
De 50°C test kan alleen uitgevoerd worden bij condensatieketels omdat deze ketels speciaal zijn ontworpen om optimaal te werken bij lagere watertemperaturen, zoals 50°C. Het belangrijkste kenmerk van een condensatieketel is het gebruik van de condensatiewarmte: bij lagere temperaturen condenseert de waterdamp in de rookgassen, waardoor extra warmte vrijkomt. Dit proces kan alleen plaatsvinden als de temperatuur van het water laag genoeg is. Traditionele ketels zijn niet ontworpen om het condensaat, dat zuur is, af te voeren. Dit kan leiden tot roest en corrosie van de binnenkant van de ketel, wat de levensduur van de ketel verkort. Deze zijn dus niet geschikt om de 50° test uit te voeren. Hoe herken je een condensatieketel? Gasketels zijn meestal voorzien van het HR TOP label, wat aangeeft dat de ketel een hoog rendement heeft door het condensatieproces. Voor stookolieketels is het Optimaz Elite label vaak aanwezig. Het is echter mogelijk dat deze labels niet altijd zichtbaar zijn. Als je twijfelt of je ketel een condensatieketel is, kun je in de handleiding kijken of contact opnemen met je installateur voor meer informatie. |
Stappenplan voor de 50°C-test
1. Kies het juiste moment De test werkt het beste tijdens een koude periode. Idealiter voer je de test uit bij een daggemiddelde buitentemperatuur van 0°C of lager. Let hierbij op dat het niet gaat om een enkele nachtvorst met een warme dag erna, maar bij voorkeur om een koudegolf van minstens drie dagen. Het is ook nuttig als het tijdens de test niet extreem zonnig is. 2. Schakel bijverwarming uit Schakel kachels, elektrische verwarming,.. uit zodat ze de testresultaten niet kunnen beïnvloeden. 3. Zet de nachtverlaging uit, of houd deze minimaal (1 à 2°C) Schakel de nachtverlaging uit of stel deze zeer beperkt in. Het voortdurend aan- en uitzetten van de verwarming vereist extra vermogen en kan het comfort verlagen, omdat de temperatuur niet constant blijft. Het is beter om de verwarming continu te laten werken tijdens de 50°C test. 4. Zorg voor optimale doorstroming Draai alle radiatoren volledig open, zodat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld. Bij radiatoren met thermostaatkranen zet je deze in eerste instantie volledig open. Als bepaalde ruimtes te warm worden, kun je deze kranen eventueel terugdraaien naar een lagere stand. 5. Verlaag de aanvoertemperatuur van je verwarmingssysteem Stel de ketel of warmtepomp in op een aanvoertemperatuur van 50°C. Raadpleeg je installateur of de handleiding van je ketel om te zien hoe je dit instelt. 6. Laat de test minstens 3 dagen lopen Hoewel de eerste 24 uur comfortabel kunnen lijken, kunnen er na enkele dagen onverwachte problemen optreden. Het is daarom belangrijk om de test minstens drie dagen aan te houden, om een beter inzicht te krijgen in de langetermijneffecten. 7. Observeer het comfortniveau in je woning Voor een gasketel kan je elke 24u het gasverbruik noteren. Dit geeft een idee van het minimale vermogen dat nodig is om de verwarming continu te laten werken. Hou de binnentemperaturen in het oog en let tijdens de test op de volgende zaken:
|
Tips en aandachtspunten
|
Wat te doen na de 50°-test?
Badkamer te koud?
Dit is een veelvoorkomend probleem, omdat in de badkamer vaak hogere temperaturen gevraagd worden dan in andere ruimtes. Dit kun je oplossen door plaatselijke bijverwarming te installeren, zoals een elektrische handdoekradiator of een kleine bijverwarming. De rest van de woning is dan al geschikt voor lage temperatuur verwarming, en je bent klaar om de overstap te maken.
Meerdere ruimtes te koud?
Als meerdere ruimtes niet warm genoeg worden, wijst dit op te weinig afgiftevermogen. Dat betekent dat de radiatoren niet voldoende warmte kunnen leveren.
In dit geval kan je:
Is de ruimtetemperatuur overal voldoende?
Als je woning bij een aanvoertemperatuur van 50°C comfortabel warm blijft, is het systeem goed afgestemd op lage temperatuur verwarming. Je kan zelfs proberen de aanvoertemperatuur verder te verlagen naar 45°C om te kijken of dit nog steeds voldoende is. Hoe lager de temperatuur, hoe efficiënter en energiezuiniger je systeem werkt.
Badkamer te koud?
Dit is een veelvoorkomend probleem, omdat in de badkamer vaak hogere temperaturen gevraagd worden dan in andere ruimtes. Dit kun je oplossen door plaatselijke bijverwarming te installeren, zoals een elektrische handdoekradiator of een kleine bijverwarming. De rest van de woning is dan al geschikt voor lage temperatuur verwarming, en je bent klaar om de overstap te maken.
Meerdere ruimtes te koud?
Als meerdere ruimtes niet warm genoeg worden, wijst dit op te weinig afgiftevermogen. Dat betekent dat de radiatoren niet voldoende warmte kunnen leveren.
In dit geval kan je:
- De aanvoertemperatuur verhogen naar 55°C en de test opnieuw uitvoeren.
- Zorgen voor extra afgifte, zoals grotere of extra radiatoren plaatsen in de ruimtes waar het probleem zich voordoet.
Is de ruimtetemperatuur overal voldoende?
Als je woning bij een aanvoertemperatuur van 50°C comfortabel warm blijft, is het systeem goed afgestemd op lage temperatuur verwarming. Je kan zelfs proberen de aanvoertemperatuur verder te verlagen naar 45°C om te kijken of dit nog steeds voldoende is. Hoe lager de temperatuur, hoe efficiënter en energiezuiniger je systeem werkt.